Meteen naar de inhoud

Aparte christelijke woorden

Het avondmaal heet in sommige christelijke tradities ook wel de eucharistie. Gelovigen denken dan terug aan Jezus’ laatste maaltijd voordat hij werd veroordeeld en stierf aan het kruis. Ze eten een stukje brood, dat symbool staat voor Jezus’ lichaam, en drinken een slokje – soms alcoholvrije – wijn, symbool voor Jezus’ bloed. De betekenis is dat de deelnemers aan het avondmaal net zo verbonden zijn aan Jezus als met het brood en de wijn.

Bidden is communiceren met God. Het kan alleen of met een groep, hardop of zachtjes, met gesloten of open ogen, in een knielende of andere houding, met gevouwen of geheven handen. Gelovigen vertellen in een gebed aan God wat hen bezighoudt, waarnaar ze verlangen, waar ze zich zorgen over maken en waar ze dankbaar voor zijn.

De Bijbel is een bundel met 66 boeken, die over een periode van ongeveer duizend jaar werden geschreven en samengesteld; de laatste boeken werden in de eerste eeuw van onze jaartelling voltooid. Deze boeken gaan over de belangrijkste ervaringen van het Joodse volk met God, die zijn verwerkt in brieven, liederen, geschiedverhalen, gedichten, spreuken, enzovoorts.

Christus is een titel voor Jezus, de belangrijkste persoon van het christendom, dat dan ook naar dat woord is vernoemd. Het is niet zijn achternaam, maar een titel, een functieomschrijving, zoals wij mensen ook wel ‘professor’ en dergelijke kunnen noemen. In de eigen taal van Jezus had je het begrip ‘Messias’, dat sloeg op een soort bevrijder die in de toekomst het Joodse volk zou redden. ‘Christus’ is daar een vertaling van. Jezus Christus betekent dus zoiets als: redder Jezus.

Een dienst, kerkdienst of viering is een officiële bijeenkomst in een kerk, meestal op zondagochtend, soms ook zondagmiddag of andere momenten doordeweeks. Er wordt gebeden, liederen gezongen, de predikant houdt een preek en geeft een zegen. Naderhand is er meestal gelegenheid voor ontmoeting.

Dopen is besprenkelen met water of onderdompelen in water, als teken dat iemand christen is. Traditioneel werd dit gedaan op de ochtend van Pasen, tegenwoordig vaak ook op andere dagen. De symboliek is dat iemand ‘sterft’ in het water en daar weer uit ‘opstaat’ in een nieuwe manier van leven. Zo is diegene verbonden met Jezus, die ook stierf en opstond uit de dood. 

De Drie-eenheid is een christelijke term om te verwoorden dat er één God is die zich op drie verschillende manieren manifesteert: als Vader die alles heeft voortgebracht, als Zoon die mens is geworden in Jezus en als Geest die zich verbindt aan menselijke geesten.

God kent voor gelovigen vele omschrijvingen, maar de meeste christenen zien God als het grootste en mooiste wat er is; degene die alles doortrekt en overstijgt, die leven geeft, liefde, betekenis, toekomst.

De heilige Geest is een naam voor God die zich aan mensen verbindt; die in hun hart ‘woont’, wordt ook wel gezegd. Christenen geloven dat God ‘geest’ is: daarmee bedoelen ze dat hij niet grijpbaar is, niet tastbaar, maar wel net zo reëel als je gedachten. De heilige Geest is deel van de Drie-eenheid.

De hemel is voor christenen niet zozeer de lucht boven ons, maar de werkelijkheid van God: deze omgeeft onze eigen werkelijkheid, maar dan onzichtbaar. De meeste christenen geloven dat we na onze dood hier tijdelijk verblijven, waarna God uiteindelijk onze aarde zal vernieuwen. Dan krijgen we ons lichaam terug en leven we daar eeuwig.

Jezus was een Joodse man die leefde in het begin van de eerste eeuw, die rondtrok als religieuze leraar (rabbi), door de Romeinse bezetters werd gekruisigd en kort daarna verscheen aan zijn leerlingen. De meeste christenen zien Jezus als de zoon van God: God was nergens zo nabij als in hem, hij was de ultieme belichaming van God op aarde.

Joden geloven al zeker drieduizend jaar in een enkele God, wat destijds wereldwijd vrijwel uniek was, omdat toen bijna iedereen in meerdere goden geloofde. Tweeduizend jaar geleden werd een Joodse profeet ook buiten het Joodse volk heel populair: Jezus. Zo begonnen ook andere volken in die ene God te geloven. 

Katholiek is een term voor een ‘soort’ christen. Het christendom is in de loop van de eeuwen uiteen gegroeid in veel verschillende organisaties en bewegingen, waarvan de grootste de katholieken vormen, bij elkaar ongeveer 1 miljard christenen. Hun leider is de paus in Rome. 

Het kerkelijk jaar is de planning van een kerk, met alle bijzondere dagen. Het kerkelijk jaar loopt ongeveer een maand voor op het gebruikelijke jaar: het begint bij de eerste zondag van Advent, rond begin december. Het kerkelijk jaar eindigt de zondag rond eind november, met de zogeheten Eeuwigheidszondag. 

Een kruiswegstatie is een serie afbeeldingen (meestal veertien) die de laatste uren voor Jezus’ overlijden laten zien. Deze hebben een vaste volgorde en hangen in veel kerken. Gelovigen kunnen die gebruiken om (letterlijk) bij stil te staan en deze beelden op zich te laten inwerken. 

De liturgie is de volgorde van een kerkdienst. Vaste elementen zijn enkele gebeden tot God, een zegen namens God, het zingen van enkele liederen, het lezen van een of meer passages uit de Bijbel, en een preek naar aanleiding van die passages. 

Messias is een Joodse term voor een redder die in de toekomst het volk komt bevrijden. De betekenis lijkt dus nog wel op hoe we ook in het Nederlands iemand een ‘Messias’ kunnen noemen. De eerste christenen waren Joden die een Messias verwachtten en zij geloofden dat Jezus die langverwachte Messias was.

Het Onze Vader is het oudste en meest gebeden christelijke gebed. In de meeste kerkdiensten wordt het gebed gebeden, door de predikant of door alle aanwezigen samen.

Het Oude Testament is een benaming voor het eerste deel van de Bijbel. Het bevat 39 boeken (van de in totaal 66 boeken in de Bijbel) die zijn geschreven in het millenium voor onze jaartelling en gaan over de ervaring van Joodse gelovigen met God. Dat verwerken ze in profetieën, liederen, visioenen, verhalen en wijsheden. De taal is grotendeels Hebreeuws. Uit respect voor Joodse gelovigen heet dit deel van de Bijbel tegenwoordig ook wel: het Eerste Testament of Hebreeuwse Bijbel.

Het Nieuwe Testament is het tweede deel van Bijbel. Het bevat 27 boeken (van de in totaal 66 boeken in de Bijbel) en brieven die vroege volgelingen van Jezus hebben geschreven in de eerste eeuw van onze jaartelling. De taal is grotendeels oud-Grieks. Uit respect voor Joodse gelovigen heet dit deel van de Bijbel tegenwoordig ook wel: het Tweede Testament of Griekse Bijbel.

Een predikant is een man of vrouw die werkt voor een kerkgemeenschap en vaak theologie heeft gestudeerd aan een universiteit: de studie over God en geloven. Soms wordt voor min of meer dezelfde functie ook de term dominee of voorganger gebruikt.

Protestanten zijn een ‘soort’ christenen, ontstaan uit een groot conflict in de vijftiende eeuw. Maarten Luther was toen kritisch op enkele misstanden in de katholieke kerk: hij ‘protesteerde’ daartegen, vandaar de naam ‘protestanten’. Later zijn uit zijn beweging weer allerlei andere bewegingen voortgekomen, zoals hervormden, gereformeerden, evangelischen en reformatorischen.

Een psalm is een van de 150 oeroude liederen die je vindt in de bundel die in de Bijbel is opgenomen. Later zijn deze op rijm gezet, in een zingbaar ritme, en met een melodie: dit heten ‘berijmde’ psalmen. In veel kerkdiensten worden deze gezongen.

Een zegen bestaat uit goede, positieve woorden die iets laten zien van Gods houding naar mensen toe. Vaak spreekt een predikant, soms ook anderen, zo’n zegen uit namens God. Er zijn eeuwenoude, meer officiële zegenspreuken voor bijvoorbeeld bijzondere gelegenheden.

Zondag is voor christenen een bijzondere dag, omdat op deze dag Jezus opstond uit de dood. Om die reden komen christenen op zondagochtend bij elkaar. Hoewel tegenwoordig maandag vaak wordt gezien als de eerste dag van de week, is voor Joden en christenen dat de zondag.